Verslagen S.V. Gardé 2 Seizoen 2012/2013

Tweede team in voorlaatste ronde op alle fronten afgetroefd
ronde 6 - 9 maart 2013

Het tweede team is, in haar strijd voor het 1e-klassebehoud, in de voorlaatste ronde van een koude kermis thuisgekomen! Dat de eigen ontmoeting met Kemppion een verlies zou opleveren was wel ingecalculeerd, maar dat dit met de cijfers 7-1 zou gebeuren…. Tot overmaat van ramp kwam de concurrentie onderin wél tot scoren, zodat we in de standenlijst nu de allerlaatste positie innemen.
Maar die ranglijst mag dan het nodige doen vermoeden: wie er steeds bij is geweest moet beamen, dat onze achtste plaats toch wel enigszins geflatteerd is…We hebben deze competitie het geluk gewoon niet aan onze zijde gehad.

PETER arriveerde deze middag als laatste, maar was als eerste klaar. Zijn tegenstander koos voor een Spaanse opening. In een combinatie van 5 á 6 zetten bleek dat Peter de zaak niet goed had doorberekend, waardoor hij een pion verloor. Toen Peter dit zag gaf hij van de weersomstuit bij de volgende zet ook nog een kwaliteit weg. Het liefst had Peter meteen opgegeven, maar in het belang van het team speelde hij door. Maar dat was inderdaad tegen beter weten in; uiteindelijk ging deze partij gewoon verloren.
Daarmee was de hoop echter nog geenszins de bodem ingeslagen! Was het niet zo, dat wij wonnen, als Peter verloor? Hij zou dit toch niet, vanuit een onnavolgbare clubliefde, expres gedaan hebben?

MARK maakte aan het einde van zijn opening (die verder uit het boekje was) een rekenfoutje en daar maakte zijn tegenstander dankbaar gebruik van. Mark zag dat zijn stelling kansloos was en aangezien het nog erg vroeg was en hij pas laat zou worden opgehaald, belde hij zijn vader op om te vragen of die toevallig tijd had op hem op te halen. Hij had een half uur nodig maar Mark gaf aan dat hij nog wel een zet of twee wilde doorspelen om daarna op te geven. Toen zijn vader echter binnen stond had de tegenstander tot twee keer toe de genadeklap gemist en had Mark een alles of niets poging ondernomen. Hij stond zowaar een kwaliteit voor, maar met een zeer zwakke koningstelling was het nog niet beslist. Onverrichter zake keerde Mark’s chauffeur terug naar huis. Later bleek echter dat zijn stelling aan alle kanten zo verzwakt was, dat Mark toch maar beter meteen in had kunnen stappen. Nu moest hij, naast zijn eigen nederlaag, ook aanzien hoe de rest van het team ten onder ging...

MATHIJS kwam goed uit de opening en creëerde hieruit een voordeel. Hij stond positioneel beter, maar beide spelers hadden allebei heel lang nagedacht en daarmee werd het een race tegen de klok.
Mathijs kwam heel goed te staan, maar wist in die tijdnood helaas niet goed door de drukken. Toen een eeuwig schaak zich als oplossing aandiende, bood Mathijs remise aan en dat werd aangenomen. Achteraf onterecht, maar met 1 minuut op de klok was dat lastig te zien. Remise dus.

CHRIS zag na 14 zetten de grote stukken van het bord gaan en daarna was het lastig voor hem om overwicht te krijgen. In het pionneneindspel gaf de oppositie van zijn tegenstander de doorslag en moest Chris afkloppen.

PAUL speelde een gelijk opgaande partij, waarbij na 3 uur spelen nog alle stukken op het bord stonden. Zijn tegenstander kreeg een sterke aanval op Paul’s damevleugel. En daar staat zijn koning, omdat ze allebei lang hadden gerocheerd. Gecombineerd met een nijpend tijdsprobleem (ik moet nog 20 zetten doen in 10 minuten) zorgt dit uiteindelijk voor de nederlaag. Wel kan Paul nog enigszins trots melden dat hij de 40 zetten wist te halen binnen de gestelde tijd. Het laatste deel van de partij was voornamelijk spelen tegen de klok (ook voor zijn tegenstander). Met een achterstand van 2 pionnen moest Paul het daarna echter opgeven.

JACK had manmoedig het eerste bord voor zijn rekening genomen, maar moest daar toch delen in de malaise, die ons team deze middag ten deel viel. Over de manier waarop heeft Jack verder niets meer medegedeeld, dus we zullen het hier verder bij een bittere constatering van de nul moeten doen…

LEO koos deze middag voor een secure en positionele aanpak van de klus tegen een tegenstander, die in hun onderlinge ontmoetingen meestal met de eer gaat strijken. Geen wilde taferelen dus, maar uiteindelijk wel een kansrijke positie op de damevleugel. Toen beiden zoetjesaan in tijdnood kwamen, volgde helaas een onnauwkeurige zet, waarna het toch nog alle hens aan dek werd. Een kwaliteits-offer bleek voldoende om het initiatief te houden. Of het uiteindelijk ook genoeg zou zijn voor de winst zullen we echter nooit weten: omdat het winnende team al bekend was werd de vrede getekend.

KARL had in een siciliaan tot de 25ste zet een gelijk opgaande strijd. In het eindspel met pionnen, paard en toren werd hij echter steeds meer teruggedrongen. Met een pion minder probeerde hij met zijn toren en paard de koning de pas af te snijden. Deze matdreiging pareerde zijn opponent zeer vroeg. Vervolgens probeerde Karl met paard op f6 en toren de koning op eeuwig schaak te trakteren. Maar ook hierop werd adequaat geantwoord. Tja, dan nog pat misschien? Maar dat lukte met deze oplettende tegenstander niet; Karl’s laatste pion kon nog net een zet doen. De volgende keer beter.

Leo Hovens

   Gardé 2                1695 - De Kemppion 1         1796 1  - 7

1. Jack Sonnemans         1769 - Walter Smits          1907 0  - 1
2. Mark Timmermans        1707 - Bob Jacobs            1763 0  - 1
3. Leo Hovens             1781 - Kees Rombouts         1943 ½  - ½
4. Mathijs Pellemans      1578 - Geert Brouwers        1810 ½  - ½
5. Peter Thijssen         1650 - Ron Rombouts          1702 0  - 1
6. Paul Harperink         1708 - Ronny van den Boomen  1760 0  - 1
7. Christiaan Münch       1733 - Jos Jacobs            1686 0  - 1
8. Karl Raemakers         1632 -                            0  - 1

NBSB-competitie, klasse 1B, uitslagen 5e ronde en tussenstand:

Gardé 2            1695 - De Kemppion 1      1796 1  - 7
Eindhoven 3        1840 - De Vughtse Toren 1 1799 4  - 4
Nuenen 1           1725 - Checkmate 1        1832 1½ - 6½
Veldhoven 3        1711 - Triple-Pion 1      1707 3  - 5


   Klasse 1B            Mp  Bp   1   2   3   4   5   6   7   8
1. Eindhoven 3          10 28½   x   4      5½   4   6  4½  4½
2. Checkmate 1           9  30   4   x  3½  6½  4½       6  5½
3. De Kemppion 1         9  28      4½   x   3   5   4  4½   7
4. Nuenen 1              8  23  2½  1½   5   x       5  4½  4½
5. De Vughtse Toren 1    4 22½   4  3½   3       x   4  4½  3½
6. Veldhoven 3           4  21   2       4   3   4   x   3   5
7. Triple-Pion 1         2  21  3½   2  3½  3½  3½   5   x    
8. Gardé 2               2  18  3½  2½   1  3½  4½   3       x

Vierpuntenwedstrijd verloren !
ronde 5 - 16 februari 2013

De wedstrijd tegen Veldhoven was, wat je noemt, een vierpuntenwedstrijd. Beide teams waren in de competitie nog niet verder dan twee punten gekomen. Weliswaar hadden wij één bordpuntje meer, maar dat is pas aan de eindstreep van belang. Dat ene puntje verschil maakte eigenlijk vooral duidelijk, dat we zeer aan elkaar gewaagd waren; we konden ons dus opmaken voor een zwaar gevecht!
Helaas kregen we tijdens de voorbereidingen al met tegenslag te maken: nog vóór de eerste zet was gepleegd, werden we door eigen personeel in de wielen gereden! Mark Timmermans kon niet spelen. Een aderlating, maar daar kon onze man niets aan doen: hij moest voor zijn werk naar een ander deel van de aardbol.

Op het moment, dat we in de startblokken stonden, diende het tweede onheil zich aan: Chrisje, de laatste jaren zo’n beetje groothandelaar in bordpunten, betrad met rode konen de zaal… Griep !!
Maar hij kwam schaken! Het eerste wapenfeit had thuis al plaatsgevonden met een kop bouillon, waarmee hij de ruim 39 graden koorts wel beteugeld dacht te hebben. “We gaan ervoor” zei hij, maar het is nog steeds niet zeker of hier sprake is geweest van strijdkreten of ijlen.
Al snel werd duidelijk dat het virus tegen het soepie bestand was geweest. Evenmin wisten de rode koortswangetjes de tegenstander te verleiden om het een beetje rustig aan te doen, waarop de eerste de beste aanval door Chris al verkeerd werd beoordeeld. Toen na het verdwijnen van de pion op f7 ook de e-pion niet meer te houden was viel de stelling als een kaartenhuis in elkaar. 0-1

Peter kon na zet 2 al diep in zijn geheugen gaan graven om te achterhalen hoe je ongeveer het koningsgambiet moet spelen. Nu, hij heeft een geheugen als een olifant, dus dat was werken! Onze man nam het koningsgambiet uiteindelijk niet aan en speelde een vrij rustige variant met d6, om de pion op e5 te dekken. Na afloop dacht Peter misschien een paar foutjes te hebben gemaakt, maar gelukkig kende zijn tegenstander het ook niet zo goed. Vanaf de overgang naar het middenspel kwamen de stukken van Peter uiteindelijk stapje voor stapje actiever te staan. Op een gegeven moment maakte zijn tegenstander een grote rekenfout, waarbij hij dacht een toren te offeren voor ondenkbaar mat. Dit bleek een illusie en dus kostte het hem een volle toren. Zo’n cadeautje neemt Peter graag aan en hij gaf deze voorsprong dan ook niet meer uit handen. Daarmee werd de stand weer gelijk.

Paul Coenen kwam gelijkwaardig uit de opening, waarna zijn tegenstander met f2-f4 een, volgens Paul (via Fritz bleek dit naderhand ook inderdaad zo te zijn) ongemotiveerde koningsaanval begon. Paul kreeg daardoor een sterk paard op e5, hetgeen hem een iets betere stelling bood. Zoals algemeen bekend bij het verdedigen tegen een koningsaanval heeft de aanvaller echter vaak een psychologisch voordeel ten opzichte van de verdediger. Helaas was dit ook nu weer het geval: de tegenstander offerde een kwaliteit voor een aanval, die niet meer dan remise had mogen opleveren. In de cruciale stelling overzag Paul echter 2 verdedigende zetten (De7 en f5: ja, Peter Thijssen, je had het goed gezien!). Beide zetten zouden Paul een iets betere, maar zeker niet gewonnen stelling opleveren. De sterk spelende tegenstander wist daarna een niet te stuiten mataanval op te zetten, waarna de koning na zo'n drie uur spelen helaas moest worden neergelegd en we 2-1 achter stonden.

Mathijs leverde deze middag een gevecht om de pionnetjes. De Veldhovenaar kwam er eentje vóór te staan, maar Mathijs kwam mooi terug met een aanval op de koningsvleugel en die bracht de zaak niet alleen in evenwicht, maar leverde zelfs een pluspion aan onze kant op. Lag het aan de concentratie of aan het snelle spel? Feit was dat in het eindspel het voordeel weer aan de Veldhovense zijde lag. De spelers vonden echter dat het welletjes was geweest en zij besloten tot remise. Met het ratingverschil in gedachte hadden we daarover niet te mopperen.

Jack acteerde voor de verandering aan het eerste bord en die plaatswissel bleek achteraf een goede greep, want Jack’s tegenstander onthulde na afloop dat hij zich flink op g4 had voorbereid! Jammer voor al dat werk; de Veldhovenaar moest het zonder kermistaferelen doen en een gaatje zien te vinden in de taaie verdedigingslinies van Jack. Toen die er voor Jack aan de overkant ook niet bleken te zijn, werd de vrede getekend en sleepten we ook hier met een lagere rating een halfje weg. 3-2.

Paul Harperink kwam, na een gelijk opgaande opening, in het middenspel op een pionnetje achterstand te staan. In het verloop van de partij bleek dit echter een hele dure pion; waarna Paul zich gedwongen zag om iets op de koningsvleugel te forceren. Dat liep echter jammerlijk mis, waarmee Veldhoven in ieder geval verzekerd was van een gelijkspel.

Karl moest in een Siciliaan de strijd aangaan tegen 2 mooie lopers. Zijn verdubbelde torens werden daarbij ingesloten en aangevallen, wat een kwaliteit kostte.
Vervolgens waren twee paarden en toren van Karl niet in staat om binnendringen van de vijandelijke toren tegen te gaan. Na nog een pionverlies probeerde hij nog met de paarden eeuwig schaak te geven. Zijn tegenstander doorzag deze snode plannen echter en offerde een toren voor een paard, om vervolgens een pion te laten promoveren. Karl restte niets anders meer dan de loftrompet voor zijn sympathieke schaakgenoot. En voor zijn team, want Veldhoven had de buit binnen!

Zelf deed ik het deze middag dus voor de verandering maar eens met zwart en dat ging niet verkeerd, al duurde het erg lang alvorens ik voordeel kreeg. In het eindspel was mijn tegenstander, ondanks twee dubbelpionnen, overtuigd van voordeel vanwege twee sterke torens tegen mijn slechte loper. Toen dit niet zo bleek te zijn en ik een pion dreigde te winnen, offerde de Veldhovenaar een vol paard voor tegenkansen in het centrum. Ter verdediging had ik echter een pionoffer voorbereid, waarmee de de vijandelijke torens door een pionnetje van hun eigen kleur werden geblokkeerd. Daarna was het snel uit. Maar dat was ongeveer gelijktijdig met Karl, dus echt blij was ik niet….

Leo Hovens

Veldhoven 3               1706 - Gardé 2               1685 5  - 3

1. Hans Brave             1832 - Jack Sonnemans        1777 ½  - ½
2. Bertus Pals            1721 - Leo Hovens            1807 0  - 1
3. Pieter de Visser       1807 - Mathijs Pellemans     1559 ½  - ½
4. Ed Vrees               1719 - Peter Thijssen        1621 0  - 1
5. Albert de Visser       1705 - Paul Harperink        1706 1  - 0
6. Ger Dietvorst          1670 - Christiaan Münch      1718 1  - 0
7. Jan vd Munckhof        1669 - Karl Raemakers        1610 1  - 0
8. Peter Huizen           1522 - Paul Coenen                1  - 0

NBSB-competitie, klasse 1B, uitslagen 5e ronde en tussenstand:

Veldhoven 3        1706 - Gardé 2            1685 5  - 3
Triple-Pion 1      1708 - Nuenen 1           1762 3½ - 4½
Checkmate 1        1837 - Eindhoven 3        1858 4  - 4
De Vughtse Toren 1 1814	- De Kemppion 1      1816 3  - 5
  
   Klasse 1B            Mp  Bp   1   2   3   4   5   6   7   8
1. Eindhoven 3           9 24½   x  5½   4       6      4½  4½
2. Nuenen 1              8 21½  2½   x       5   5      4½  4½
3. Checkmate 1           7 23½   4       x  3½      4½  5½   6
4. De Kemppion 1         7  21       3  4½   x   4   5      4½
5. Veldhoven 3           4  18   2   3       4   x   4   5    
6. De Vughtse Toren 1    3 18½          3½   3   4   x  3½  4½
7. Gardé 2               2  17  3½  3½  2½       3  4½   x    
8. Triple-Pion 1         0  16  3½  3½   2  3½      3½       x

Driemaal is scheepsrecht !
ronde 4 - 15 december 2012

Bijna zou je aan de betekenis van dit gezegde zijn gaan twijfelen, nadat we dit seizoen in Nuenen ook onze derde wedstrijd verloren, maar ziet: ons tweede wint haar derde wedstrijd tegen Vughtse Toren! En hoe, want de voorgeschiedenis bood weinig vertrouwen in een goede afloop.
In het seizoen 2006/2007 kruisten wij reeds onze degens, eveneens in de eerste klasse, waaruit beide teams uiteindelijk degradeerden. Dat duel, waarbij het ratingverschil (1739 tegen 1722) nog lichtjes in ons voordeel uitviel, werd door ons in eigen huis met 3½ - 4½ verloren.
Het seizoen daarop troffen beide degradanten elkaar opnieuw, nu in Vught. Nu was het ratingverhaal heel anders (Vughtse Toren 1751, Gardé 1667) en de uitslag pijnlijk voor de onzen: 6-2. Met die les in het achterhoofd en de wetenschap, dat het ratingverschil met onze tegenstander nog steeds zo’n 100 punten in ons nadeel was, moesten we ons voor de derde editie voorbereiden. Weliswaar is onze rating enigszins geflatteerd, maar de sterkste opstelling leek toch wel geboden, wilden we een kans van slagen hebben. Het viel dan ook zwaar tegen, dat Peter (na twee overwinningen op rij) dit keer verhinderd was, maar hij troostte ons met de gedachte, dat ons team vaak verliest als hij wint.
Groot was dan ook de schrik, toen ik vrijdags na terugkomst van het snelschaken het mailtje las van Mathijs, waarin hij ons succes wenste, maar wel zonder hem: voedselvergiftiging !
Omdat het inmiddels te kort dag was geworden om nog een vervanging te vinden (de reservebank was sowieso leeg) en ik mezelf een slecht gastheer vindt om iemand voor nop op de zaterdagmiddag naar Soerendonk te laten komen, besloot ik om de Vughtse teamleider zaterdagmorgen dan maar even te bellen. Als dank voor die geste met een reglementaire voorsprong van één punt zouden ze waarschijnlijk niet besluiten om voor hun strijd tegen een ons resterende zevental hun sterkste speler thuis te laten; maar toch… Met de telefoon in handen dacht ik echter: eerst maar even bij Mathijs informeren, hoe het daar gaat. Dat was volgens hem nog niet veel, “maar wel iets beter als gisteren”. Met de vraag “Zou je het misschien dan toch niet willen proberen?” en de belofte “Ik zal je niet onder je kont schuppen als je mocht verliezen” bleek ik onze Benjamin zodanig onder druk te zetten, dat hij beloofde alsnog naar Soerendonk af te reizen.

In verband met de verbouwing moesten we naar een alternatieve speelzaal, die ons dit keer gelukkig wat meer zitplaats bood, zodat we onze armen in ieder geval konden bewegen. En dat was nodig, want het was bitter koud, met hoeveel lawaai de kachel daar ook verandering in probeerde te krijgen.
Maar ik voelde me tevreden: we waren met acht en die straalden alle acht de nodige strijdlust uit.

Toch begonnen we met de nul. Vanuit een Nimzo-Indische opening slaagde de tegenstander van Paul Coenen erin om een licht, maar zeker geen beslissend, voordeel te bereiken. Na een onzorgvuldige voortzetting wist Paul een pion te winnen, waarbij de Vughtenaar ter compensatie weliswaar twee verbonden vrijpionnen behield. Helaas miste Paul daarna de enige goede voortzetting, die een gewonnen toreneindspel op had moeten leveren. Analyse achteraf leerde dat na de gespeelde variant alle wegen tot een nederlaag zouden leiden, dus daar lag het verder niet aan. Zo bleef één van onze gretigste spelers wederom met lege handen zitten.

Jack speelde met zwart tegen Evelien, een tegenstandster waarmee hij al eerder de degens kruiste en die hij daardoor kende als “een gevaarlijke tante” (op het schaakbord dan) die, als ze wat voordeel krijgt, dit meestal meteen afmaakt.
Jack koos met zwart voor het Slavisch en al snel werden de paarden het centrum ingestuurd. Na wat tactische wendingen werd er geruild en leek het er even op dat hij kon winnen omdat hij de oppositie kreeg met een vrijpion. Zijn “tante” offerde echter haar loper voor die vrijpion en met de loper en de randpion, die Jack daarna overhield, had hij de pech dat die pion naar een promotieveld van de verkeerde kleur moest, zodat het eindspel niet gewonnen kon worden. De remise was misschien een beetje zuur, maar het was desondanks een belangrijk halfje aan bord 3.

Mathijs was, zoals beloofd, keurig op tijd in Soerendonk verschenen. Een beetje witjes weliswaar, duidelijk niet helemaal 100 procent, maar het zieke lijf en de bittere kou werden getrotseerd en de Siciliaan, die hij tegenkreeg, werd volgens het boekje aangepakt. Na een te passieve voortzetting van zwart kwam Mathijs steeds beter te staan. Hij drong zijn tegenstander naar achteren, waarbij zijn c- en d-pion naar de overkant raasden. Op het moment, dat die aanval een loper opleverde, gaf de Vughtenaar op.
Tijdens de analyse vertelde deze nog, dat hij teveel gekeken had naar het ratingverschil: de ELO van Mathijs was zo’n 250 puntjes lager. Tja, de cijfertjes zijn niet alleszeggend. De bereidheid om ook onder moeilijke omstandigheden te spelen zijn dat des te meer en het deed dan ook iedereen deugd, dat dit deze middag met een welverdiende overwinning beloond werd.
Karl kan deze competitie zijn geluk niet op. Zijn proza na zijn overwinning in Nuenen valt in het niet bij de schrijverij nadat zijn tweede winstpartij aan onze eerste teamwinst bijdroeg: Toen ik naar onze verenigingskasteelranch in Soerendonk fietste mijmerde ik over onze vakantie met ijzeren ros naar Italië afgelopen zomer. Mijn tegenstander had blijkbaar geen afkeer van Italiaanse (openings)avonturen. Mooi. Door mijn paard op c3 in combinatie met een loper op g5, dreigde Pd5. Met als mogelijk gevolg dat zijn koningsstelling open zou gaan. Mijn tegenstander nam zijn loper van c5 terug naar e7 en verijdelde deze opzet. Wat nu? Misschien proberen om lang te rokeren? Ook dit plannetje werd verijdeld doordat zijn paard mijn loper op b3 nam en ik terugnam met ab3. Tja dan toch maar met afgezaagde loop (kort) rokeren. Na de nodige paardzetten over en weer kreeg de partij veel weg van een spaghettiwestern, waarbij mijn tegenstander de beste munitie had. Ik had immers met een dubbelcactus op b2,3 te kampen. Mijn tegenstander kreeg vervolgens een sterk paard op f4, waardoor mijn koning naar h2 werd gedreven. In de tussentijd kon één van mijn paarden zich een weg banen door de verspreid staande struikgewaspionnen en naar f5 galopperen. En enkele keren vuren op de zwarte koning. Hierdoor werd tijd gewonnen voor de 40schoten-controle. Na het gunstige ruilen van loper en paard behield ik het roestvrijstalen ros op f5 en mijn tegenstander zijn zwarte loper (met dubbelloops) op g7. Mijn dubbelpion op b2, b3 verplaatste zich door ruil naar c2 en c4. Verder had ik pionnen op f3, g4 en h5. Allebei hadden we nog de torens en dame die zich niet alleen met aanval en verdediging van pionnen bezighielden. Zwart had nog pionnen op a7, d4, f6, g5, h7. Ik wilde graag een dame op c3 en ruimte (daarom speelde ik c2-c3 en ruilde een pion). De dame kon op c3 met de koning op h8 duelleren. Ook de zwarte dame schuwde geen wildwest avonturen. Ze verliet de vuurlinie op de c-lijn om snelvuur op mijn eenzame koning geven. Mijn in kogelwerende vest (zwart?) gehulde koning op g3 was bepaald niet laf en nam vluchtvelden af van de zwaarbewapende zwarte dame op f1. Mijn dame op c3 en torens op a5 en c2 hadden ruimte en veel rijen onder schootscontrole. De aanvoer van munitie voor de opponerende dame dreigde te laat aan te komen (de dubbelloops loper stond ver weg) en de corridor was erg smal. De toren van a5 ging terug naar de beginstand a1. De dappere dame werd gegardéed. Mijn sportieve tegenstander wenste mij een plezierige terugreis per ijzeren ros. Met een partij, het naspelen waard!
Paul Harperink kwam na goed spel van zijn tegenstander op een gegeven moment ‘n pion achter te staan; bovendien stond hij ook nog eens positioneel slechter. Nadat hij vervolgens een tweede pion verprutste zag het er hopeloos uit, maar gelukkig verhinderen dergelijke omstandighedenis nooit dat Paul vriendelijk en goedlachs achter het bord blijft zitten. Het is in het schaken nu eenmaal zo, dat degene die de laatste fout maakt, verliest. Paul schaakte dus stug door, wachtend op fouten van zijn tegenstander. En die kwamen: nadat deze zijn toren voor een loper ruilde (wat volgens hem zo slecht nog niet was), gaf hij ook nog eens een volle loper weg. Uiteindelijk belandden de spelers in een eindspel, waarin beiden op de koningsvleugel twee pionnen hebben en Paul op de damevleugel één, tegenover drie van de tegenstander. Dat moest voor Paul met zijn toren te bevechten zijn, maar omdat de vijandelijke pionnen op de damevleugel al een heel eind opgerukt waren en ook de Vughtse koning goed stond, moest het eindspel secuur worden gespeeld. Gelukkig maakte Paul nu geen fouten meer en kon hij de partij uiteindelijk winnend beslissen. Gezien het hele verloop misschien niet terecht, maar zo gaat dat soms nu eenmaal.
Chris kreeg bij zijn 10e zet bezoek van Albert Jan, die hem zijn prijs als beste teamspeler 2011 kwam uitreiken, echter niet zonder eerst de tegenstander uitvoerig de kans te hebben geboden om het kleinood aan bewonderende blikken te onderwerpen. Dit motiveerde de Vughtse speler echter des te meer om zijn beste beentje voor te zetten en twee zetten later dacht hij “Laat ik eerst maar eens die loper pakken”, die Chris zelf had ingesloten. Vervolgens speelde onze man dus zo´n beetje de hele partij met een stuk minder. Terwijl zijn tegenstander hoofdzakelijk bezig was om zoveel mogelijk stukken af te ruilen, creëerde Chris echter een vergiftigde pion. De tegenstander wilde hem hebben, waarop Chris zijn loper terugwon, met een pion als bonus! Die pion werd gekoesterd en leverde in het eindspel alsnog de volle winst op. Waarna de tegenstander de partij het liefst snel wilde vergeten...

Men had het punt al geteld, het liep echter anders.

Gedurende dit alles wist ik zelf gedurende lange tijd met veel kunst- en vliegwerk de zaakjes overeind te houden, maar zoals zo vaak doet het ratingverschil zich met name gelden in het eindspel. Met een stukoffer en actief stukkenspel wist ik de zaak nog te rekken en mijn opponent behoorlijk in verwarring te brengen, met hevige tijdnood als gevolg. Helaas voor mij had hij 25 seconden teveel…
Hoewel de koude omstandigheden ook aan het tweede bord hadden moeten leiden tot een frisse partij, hadden zowel Mark als zijn tegenstander moeite om ijskoud te blijven. Rond zet 25 kwam Mark na een slordige zet van zijn tegenstander wat beter te staan. Helaas naderde de tijdscontrole en onder deze druk speelde hij een aantal zetten die niet in aanmerking kwamen voor de schoonheidsprijs. Op zet 38 had Mark bovendien, met nog 1 minuut op de klok, niet in de gaten dat hij schaak stond en speelde een zet die niet mag van de FIDE. De tegenstander claimde hierop extra tijd, wat Leo als teamcaptain de gelegenheid bood om de wedstrijdleider (ene Coen Winters) erbij te halen, Die moest helemaal vanuit de andere speelzaal overkomen, hetgeen Mark de gelegenheid bood om rustig zijn stelling te overzien. De tegenstander kreeg zijn wee minuten (Coen: “Dit is de eerste keer in al die jaren dat ik die vraag krijg voorgeschoteld”), waarna Mark het schaakje ophief en zijn zetten haalde. Na de tijdscontrole bood hij remise aan, maar dat kon de tegenstander, vanwege de stand op de andere borden, niet aannemen. Een uur later stonden beide vlaggetjes wederom onder spanning, maar de remisestelling was door Mark helaas verprutst.
Met die laatste twee overwinningen restte Vught dan toch nog de troost van de kleinst mogelijke nederlaag. Maar wij hadden het feestje !

Leo Hovens

   Garde 2                1696 - De Vughtse Toren 1    1791 4½ - 3½

1. Leo Hovens             1807 - Marc Viering          1998 0  - 1
2. Mark Timmermans        1698 - Wim Viering           1858 0  - 1
3. Jack Sonnemans         1777 - Evelina Getmanchuk    1854 ½  - ½
4. Paul Harperink         1706 - Geert van der Cruysen 1787 1  - 0
5. Paul Coenen                 - Frits Akkermans       1758 0  - 1
6. Mathijs Pellemans      1559 - Stef van Dielen       1791 1  - 0
7. Christiaan Münch       1718 - Tammo Hagedoorn       1603 1  - 0
8. Karl Raemakers         1610 - Kees de Laat          1682 1  - 0

NBSB-competitie, klasse 1B, uitslagen 4e ronde en tussenstand:

Garde 2            1696 - De Vughtse Toren 1 1791 4½ - 3½
De Kemppion 1      1798 - Checkmate 1        1827 4½ - 3½
Eindhoven 3        1878 - Triple-Pion 1      1708 4½ - 3½
Nuenen 1           1721 - Veldhoven 3        1712 5  - 3
 
   Klasse 1B            Mp  Bp   1   2   3   4   5   6   7   8
1. Eindhoven 3           8 20½   x      5½          4½   6  4½
2. Checkmate 1           6 19½       x      3½  4½  5½       6
3. Nuenen 1              6  17  2½       x   5      4½   5    
4. De Kemppion 1         5  16      4½   3   x           4  4½
5. De Vughtse Toren 1    3 15½      3½           x  3½   4  4½
6. Gardé 2               2  14  3½  2½  3½      4½   x        
7. Veldhoven 3           2  13   2       3   4   4       x    
8. Triple-Pion 1         0 12½  3½   2      3½  3½           x

Gemoedelijke revanche Nuenen
ronde 3 - 24 november 2012

Bewust als wij ons waren van de personeelsproblemen van Eric Hoefsmit zat ik vooraf even met de vraag, wie onze negende man zou zijn om in het “derde” de nood te lenigen. Ik hoefde echter geen keus te maken, want Mathijs Pellemans bleek verhinderd. Zodoende togen wij met hetzelfde team, waarmee we het Eindhoven zo lastig hadden weten te maken, naar Nuenen en we waren volop voorbereid op de pijlen, die ons daar om de oren zouden vliegen, nadat we hen twee jaar op rij het kampioenschap hadden ontnomen. Van diepgewortelde wraakgevoelens bleek echter geen sprake: de match verliep zoals altijd in goeden doen. Dit keer echter met een omgekeerd scoreverloop, hoewel de strijd lang gelijk op ging: na drie uur spelen was de stand nog geheel in evenwicht, waarbij Peter een pionnetje vóór stond en bij Paul Coenen het omgekeerde het geval was.

Bij Paul Coenen gingen de eerste 15 zetten van de partij voor zijn gevoel behoorlijk gelijk op. Analyse achteraf leerde dat hij iets actiever had kunnen spelen. Die mogelijkheden had hij gedurende de partij ook wel gezien, maar het leek Paul te riskant en daarom koos hij voor de wat veiliger zetten. Dat is eigenlijk nooit goed, maar ja....Na een schijnoffer van zijn tegenstander kwam er meer tekening in de strijd; in deze fase had hij, achteraf bezien, een kwaliteit moeten geven, met als compensatie een pion en een vrijpion. Paul bleef echter te krampachtig spelen, waardoor zijn tegenstander een beslissende mataanval kon uitvoeren. Helaas! In het praatje achteraf bleek zijn tegenstander een actuele rating van 1684 te hebben, waarbij hij aantekende dat zijn niveau wel hoger is dan zijn rating deed vermoeden. Zo bleek zijn TPR dik 1900 te zijn deze competitie. Dat niveau is voor Paul op dit moment gewoonweg te hoog. Volgende keer beter!

Geheel in lijn met de gemoedelijke setting speelde Mark een zeer gemoedelijke partij. De opening was een symmetrische Engelse variant, dus de partij lag al vrij snel op remise koers. Ook Mark deelde ‘s avonds zijn partij met zijn goede vrind Fritz en die liet zien dat ook hier beide spelers een aantal keren de scherpste voortzetting hadden gemist, maar dat er nooit iemand substantieel beter heeft gestaan. In de wedstrijd wikkelden zij (nog steeds gemoedelijk) af naar het eindspel. Toen er nog een paar pionnen en ongelijke lopers stonden, kwamen ze tot de conclusie dat remise de juiste einduitslag was.

Bij mij was er weer een g4 op het bord verschenen. Dat had de Nuenenaar echter weinig denkwerk opgeleverd, want hij koos resoluut voor de verorbering van de gambietpion. Nadat ik deze had teruggewonnen offerde hij op zijn beurt de pion op b7: hij had zich voorbereid! Ik liet het ding voor wat het was en bouwde een goed uitziende koningsaanval op. Die werd echter goed verdedigd, waarbij zowel de aanvallende als de verdedigende partij beurtelings het een en ander in de aanbieding deden. Uiteindelijk kreeg ik in het eindspel een kwaliteitsoffer om de oren, dat ik dit keer moest aannemen en daarna was het uit met de pret. Een leuke en levendige partij, maar de tweede nul was een feit.

Paul Harperink kwam, na een gelijk opgaande partij, op zeker moment toch een pion achter te staan, maar zijn stukken stonden actief; weinig aan de hand dus. Tot het moment dat hij z’n pionnetje probeerde terug te winnen. Dat werd door de tegenstander afgestraft middels een fraaie combinatie, die voor Paul resulteerde in een vol stuk achterstand. Een terechte overwinning voor Nuenen was dus het gevolg.

Peter speelde met zwart, koos voor een Slavische opening en kwam al vrij snel beter te staan. In het middenspel dacht zijn tegenstander waarschijnlijk dat hij een stuk kon winnen, maar dat klopte niet: hij verloor een pion. In het daaropvolgende eindspel wist Peter nog een kwaliteit te winnen om deze even later weer terug te offeren voor een gewonnen eindspel met 1 pion meer plus een gedekte vrijpion. Zijn tegenstander wilde echter van geen opgeven weten, doch met een geforceerd mat in 4 voor ogen ging zijn koning toch om.

De tweede overwinning werd binnengehaald door Karl, hetgeen onze man in hogere sferen bracht, getuige zijn zieleroerselen over zijn partij: “Na een gezellige V-6 klasse rit in Nuenen aangekomen, dacht ik aan Vincent die na de aardappeleters Nuenen verruilde voor Frankrijk. Mijn sympathieke tegenstander had ook franse (openings) gedachten. Daar ik geen raad weet met Frans schaken, volgde ik de raad van Geert op met de door hem gebruikte omleidingsroute. Op de wegwijzers markeerden steeds meer pionnen (a2 b2 c4 d3 e4 f2 g3 h2, a7 b6 c5 d7 e6 f7 g6 h7) onze alternatieve ‘route du soleil’. Beide lopers van zwart keken vanuit hun mooie fianchetto-opstelling op mijn stelling. Gelukkig kon de loper op g7 geruild worden. Een actie om zijn koningsstelling via h4 en g4 te openen werd goed afgeslagen. Welke route diende nu bewandeld te worden? Wellicht een pion (e4) van het pad weg geven? Immers de zon zoeken gaat vaak via de peage. Is ook niet gratis. Aldus besloot ik om de snelweg met 1 paard op te gaan (en niet met een 2cv). Al snel bereikten we dit kruispunt van wegen. Dit paardje hield daar geen stand en werd deskundig verwijderd door de loper op b7. Nu vergat ik niet terug te slaan met mijn al lange tijd op wacht staande loper (kan een loper op wacht staan of loopt hij?). Fijn, een centraal (e4) en door een pion (d3) gedekte bisschop, dacht ik. Deze penningmeester was nog steeds kwaad op mij vanwege mijn buitensporige uitgaven op de snelweg. Hij leek te willen zeggen dat er boter bij de vis (of bij de aardappelen) moest komen. Tja, eerst toch maar eens rokeren. Daar de f-lijn open was besloot ik kort te rocheren. Mijn inmiddels laaiende loper hield het niet langer uit en wilde nu eindelijk het chateau bezoeken. Gulzig werd een toren naar binnen gewerkt, waarbij hij vervolgens zelf werd verorbert door de ega-toren van het zwarte kasteel. Inmiddels begon onze vakantiebestemming in zicht te komen. In nagedachtenis van de zichzelf opgeofferde penningmeester was een penning op paard en dame een ode aan mijn moedige bode. De klok van mijn tegenstander begon vlagwimpels te vertonen op zet 37 (in combinatie met mijn materieel voordeel). Daarop besloot mijn sportieve tegenstander mij een zonnige vakantie toe te wensen….”
Tja. Hadden wij dit allemaal geweten: wij zouden onze felicitaties aan de nieuweling in “ons tweede” zeker en op z’n minst vergezeld hebben doen gaan met een diepe buiging. Wij deden dit echter niet en Karl zal het ons niet euvel duiden: wij wisten op dat moment immers nog niet welk proza ons nog zou worden voorgetoverd!

Bij Chris stonden de eerste 10 zetten al na 2 minuten op het bord. Het was een gelijkopgaande partij waarbij hij uiteindelijk in tijdnood niet meer zag dan remise, vanwege de ongelijke lopers. De eindfase was echter spectaculair en Chris was er na afloop ook niet van overtuigd of hij de winst had laten liggen. Dat gaat hij nog eens analyseren, maar al met al leek het hem zeker wel een terechte uitslag.

Jack werd in een siciliaan overdonderd met een pionoffer, waar hij niet op in ging. Dat betekende wel dat zijn tegenstander een vrijpion kreeg op de 6e rij. Natuurlijk ging hij die weer verliezen, maar Jack kon hierdoor zijn ontwikkeling niet afmaken en werd zodoende langzaam van het bord geschoven.
Met 3 pionnen voorsprong bood zijn tegenstander alsnog remise aan om zodoende het totaal op 4½ punt te brengen en dat moest Jack natuurlijk wel aannemen.

Hoewel daarmee onze derde nederlaag een feit was, moeten we nog niet wanhopen. Twee van die nederlagen leden we immers met de kleinst mogelijke cijfers en twee van de drie debutanten hebben al een keer van de winst geproefd. Bovendien de tweede goede partij op rij voor Peter (dit keer zelfs tegen een speler met een rating van 1800 plus), nadat hij een hele tijd vooral tegen zichzelf zat te spelen. Mooi dus voor Peter en goed voor zijn zelfvertrouwen. Helaas brengt ons dat voor onze volgende wedstrijd (tegen de Vughtse Toren) niet verder dan de hoop van Peter, dat wij die weten te winnen, want daar kan hij namelijk niet bij zijn. Zélfs meende ik te horen dat hij ons in het gunstige geval op een rondje ging trakteren, maar dat kan ik ook gedroomd hebben toen ik, in afwachting van zijn partijverslag, bij de computer in slaap was gevallen…..

Leo Hovens

   Nuenen 1               1762 - Garde 2               1705 4½ - 3½ 

1. Daniel Torn            1984 - Leo Hovens            1807 1  - 0 
2. Leon Driessen          1802 - Jack Sonnemans        1777 ½  - ½ 
3. John Vonk              1749 - Mark Timmermans       1698 ½  - ½ 
4. Hans Keijzers          1808 - Peter Thijssen        1621 0  - 1 
5. Joop Bongers           1722 - Paul Harperink        1706 1  - 0 
6. Koos Rademaker         1684 - Paul Coenen                1  - 0 
7. Peter Paul Geluk       1654 - Karl Raemakers        1610 0  - 1 
8. Chris Schmidt          1690 - Christiaan Münch      1718 ½  - ½ 

NBSB-competitie, klasse 1B, uitslagen 3e ronde en tussenstand:

Nuenen 1           1762 - Garde 2            1705 4½ - 3½
Veldhoven 3        1696 - Eindhoven 3        1865 2  - 6
Triple-Pion 1      1708 - De Kemppion 1      1807 3½ - 4½
Checkmate 1        1827 - De Vughtse Toren 1 1797 4½ - 3½
 
   Klasse 1B            Mp  Bp   1   2   3   4   5   6   7   8
1. Checkmate 1           6  16   x          4½          5½   6
2. Eindhoven 3           6  16       x  5½           6  4½    
3. Nuenen 1              4  12      2½   x       5      4½    
4. De Vughtse Toren 1    3  12  3½           x       4      4½
5. De Kemppion 1         3 11½           3       x   4      4½
6. Veldhoven 3           2  10       2       4   4   x        
7. Gardé 2               0  9½  2½  3½  3½               x    
8. Triple-Pion 1         0   9   2          3½  3½           x

Checkmate maatje te groot
ronde 2 - 3 november 2012

Net als in de 1e ronde moest het tweede team ook deze 2e ronde aantreden tegen een tegenstander, die deze competitie voor de 1e plaats gaat: het kleine maar sterke Checkmate uit Weert. Natuurlijk is een rating niet zaligmakend, maar als je de 16 spelers in volgorde van sterkte aanschouwt dan staat onze 1e bord-speler op de 5e plaats. Met een dergelijk krachtsverschil is de wedstrijd dan eigenlijk al gespeeld. De Weertenaren hoefden dan ook niet wakker te liggen van de verzwakking, die ze hadden vanwege de verhindering van Roel van der Laan.

Gewaarschuwd door ons duchtige verweer tegen Eindhoven gingen de Limburgers er vol tegenaan.
Eerste slachtoffer was Paul Coenen, die met een klein voordeel uit de opening kwam, maar daarna te passief speelde en op de koningsvleugel te kampen kreeg met een chronisch ruimtegebrek. Een koningsaanval was het gevolg, waarin Paul lijdzaam moest toezien hoe hij werd verslagen, ook nog tegen een tegenstander die hij privé kende vanuit zijn EWS-periode....
Tweede slachtoffer was Mathijs Pellemans, maar deze nederlaag was zeer zeker niet aan passief spel te wijten! Mathijs kreeg een sveshnikov tegen en besloot het loperoffer te spelen op b5. Een aantal varianten daarvan kende hij, maar juist diegene welke zijn tegenstander op het bord bracht niet. Het kwam er op neer, dat het een wilde partij werd waarbij Mathijs óf hard zou gaan winnen, óf hard zou verliezen. Zwart-wit. Het pakte helaas negatief uit en hij verloor.
Paul Harperink wist al vrij vroeg in de partij de dame en 2 pionnen te winnen, ten koste van een toren, loper en paard. De koning van zijn tegenstander kwam daarbij op de 6e rij terecht. Al met al leek het hem wel goed. Daar bleek na afloop van de partij niet iedereen het mee eens te zijn. Of het goed was weet ik niet zeker, maar hij won wel!
Mark werd in een trage pot langzaam in slaap gesust. Toen hij wakker werd stonden zijn stukken helaas iets slechter gepositioneerd dan die van zijn tegenstander, dus toen die de aanval opende was er geen houden meer aan. Terwijl Mark de slaap uit zijn ogen wreef, constateerde hij dat hij een vol stuk ging verliezen en heeft zijn koning toen ook maar rust gegeven door deze in liggende positie verder te laten spelen.
Jack trof in Raimund niet alleen een tegenstander maar ook een clubgenoot en hij wist dus precies wat voor vlees hij in de kuip had. Dat was andersom natuurlijk ook het geval. Toen het ratingverschil van zo’n kleine 100 punten deze middag op het bord geen duidelijk voordeel bleek te betekenen kwam Raimund met een remisevoorstel, wat gezien de tussenstand alleszins gerechtvaardigd was.
Voor het aannemen van dat halfje was dat weliswaar niet het geval, maar de realiteit gebood om er desondanks toch maar op in te gaan.
Peter kreeg een Scandinaviër tegen, kwam met ontwikkelingsvoordeel goed uit de opening en bouwde aan een mooie koningsaanval. Peter dreigde met dame en toren de zwarte koningsstelling binnen te komen, wat hem met 6 à 7 zetten een dame, nog een toren en zelfs mat leek op te leveren. Maar er was nog een reddende zet, zodat Peter slechts een kwaliteit won. In het verdere verloop van de partij kon Peter de dame insluiten, won er nog 3 pionnen bij en toen ging het hard. Na dameruil kwam het laatste zwarte stuk in een penning, waarna Peter met een kwaliteitsoffer een eindspel met 3 pionnen (waarvan 1 gedekte vrijpion) dreigde over te houden. Zover liet zijn tegenstander het echter niet meer komen en gaf op. Het was weer een hele tijd geleden dat Peter zo`n goede partij speelde, zonder ook maar iets weg te geven. Voor het lekkere gevoel, dat hij daar aan over hield, is hij echter wel wat dank verschuldigd aan degenen, die daarvóór in het stof hadden moeten bijten en Peter daarmee een tussenstand bezorgden, die hem eerder in de partij deden besluiten om een remiseaanbod af te slaan. Met het eerdergenoemde moois als gevolg.
Chris moest tegen een taaie tegenstander, waarmee hij in het verleden al vaker explosieve partijen had gespeeld. En wederom werd er op het scherpst van de snede gespeeld. Zijn tegenstander ging van meet af aan vol op de koningsaanval. Deze wist Chris goed te pareren, met in het middenspel actief spel op de c-lijn. Toen Chris zelf ook dreiging op de koningsvleugel creëerde, kwam zijn tegenstander met een offer dat onduidelijk was. Het pakte echter goed uit en de zwarte stukken stonden niet meer logisch om goed te verdedigen. Derhalve verloor onze man de partij, maar het was met opgeheven hoofd en het was toch genieten geblazen!
Op dat moment had Checkmate de viereneenhalf en daarmee de winst te pakken. Alleen de beide teamleiders waren op dat moment nog in strijd verwikkeld en dat is zoals dat in veldslagen ook hoort: de manschappen voorop; zij doen het werk en achteraan volgen dan de dapperen, die daarmee dan ook het predikaat veldheer verdienen….
Helaas had mijn leger de strijd verloren, dus wat moest ik mij nog druk maken? Ik had het met een sniper geprobeerd, de damevleugel potvast gezet, alle aanvallen getrotseerd en lang stand gehouden, maar uiteindelijk kreeg ik toch de verdiende draai om de oren, toen ik daaruit meende op te kunnen maken, dat ik brutaal mocht worden. Het ratingverschil bleek goed uitgerekend….

Pas maar op, het venijn zit in de staart, zeggen ze wel eens. Een overdreven waarschuwing, kan ik u zeggen. Wij beschikten over het venijn in de staart (aan de laatste 3 borden boekten we twee maal winst), maar uiteindelijk betekende het totale krachtsverschil voor de Gardé-ers toch een duidelijke nederlaag, waar niets op af te dingen viel.
Hopelijk zijn de paar weken, die ons nog resten voor de volgende wedstrijd, voldoende voor ons “tweede” om haar wapentuig weer tijdig in orde te hebben. Want we zullen het nodig hebben tegen Nuenen. Want die zijn dan misschien wel wat zwakker, maar daar lusten ze ons rauw nadat we ze twee seizoenen op rij in de laatste competitiewedstrijd het kampioenschap ontfutselden….

Leo Hovens

   Gardé 2                1698 - Checkmate 1           1802 2½ - 5½ 

1. Leo Hovens             1807 - Marco van der Linden  2031 0  - 1 
2. Mark Timmermans        1698 - Eric Schouten         1957 0  - 1 
3. Jack Sonnemans         1777 - Raimund van Alphen    1863 ½  - ½ 
4. Mathijs Pellemans      1559 - Alexander Haspels     1776 0  - 1 
5. Paul Coenen                 - Mat Hornix            1744 0  - 1 
6. Peter Thijssen         1621 - Michel van de Klundert1687 1  - 0 
7. Christiaan Münch       1718 - Raymond Briels        1836 0  - 1 
8. Paul Harperink         1706 - Harm Janssen          1525 1  - 0 

NBSB-competitie, klasse 1B, uitslagen 2e ronde en tussenstand:

Gardé 2            1698 - Checkmate 1        1802 2½ - 5½ 
De Vughtse Toren 1 1772 - Triple-Pion 1      1704 4½ - 3½ 
De Kemppion 1      1786 - Veldhoven 3        1736 4  - 4 
Eindhoven 3        1873 - Nuenen 1           1721 5½ - 2½ 
 
   Klasse 1B            Mp  Bp   1   2   3   4   5   6   7   8
1. Checkmate 1           4 11½   x                      5½   6
2. Eindhoven 3           4  10       x          5½      4½    
3. De Vughtse Toren 1    3  8½           x   4              4½
4. Veldhoven 3           2   8           4   x       4        
5. Nuenen 1              2  7½      2½           x   5        
6. De Kemppion 1         1   7               4   3   x        
7. Gardé 2               0   6  2½  3½                   x    
8. Triple-Pion 1         0  5½   2      3½                   x

Tweede team verliest nipt van kampioenskandidaat.
ronde 1 - 6 oktober 2012

Het tweede team maakt al een tijdje, wat je noemt, bewogen tijden door, maar dat heeft Gardé tot vandaag de dag beslist geen windeieren opgeleverd! Eerst was er de promotie naar de 1e klasse, vorig seizoen de handhaving daarin om vervolgens een fikse gedaanteverwisseling te ondergaan. Toegegeven: het was hier en daar wel met de nodige hulp van buitenaf. Het klassebehoud vorig seizoen danken we immers aan een paar miraculeuze uitslagen in de laatste ronde. En van de aanmelding van nieuwe leden op een moment, dat je van basisspelers afscheid moet nemen, daar kun je als vereniging ook alleen maar van dromen.
Hoe het ook zij: ons tweede moest voor de aftrap van het seizoen 2012/2013 met een flink vernieuwde formatie naar Eindhoven, waar het mocht aanschuiven tegen hun 3e team, dat vorig jaar nog promotieklasse speelde. De Eindhovenaren gingen er dan ook van uit, dat ze aan ons geen zware dobber zouden hebben. Het ratingverschil en de competitie-historie waren in hun voordeel. Ook wij vonden, dat wij in deze wedstrijd niets te verliezen hadden, maar dat betekende ook, dat wij er lekker onbevangen tegenaan konden gaan.

Christiaan had laten weten, dat hij door omstandigheden ’n kwartiertje later zou komen, maar onder mijn 1.g4 zag ik hem vanuit mijn ooghoek al de zaal inkomen. Keurig op tijd. Petje af! Zijn partij ging gelijk op. Derhalve bood hij remise aan, maar dat werd afgeslagen omdat zijn tegenstander dacht beter te staan. Twee zetten later won onze man met een paardvork ( k + d) de dame en was de partij gespeeld en kon het petje wéér af. De tegenstander vond nog steeds dat hij beter stond en dat vond Chrisje natuurlijk prima.
Mark speelde een zeer sterke partij, waarin hij naar wens uit de (Engelse) opening kwam. Alle stukken stonden juist gepositioneerd en toen zijn tegenstander dacht dat hij een pion ging winnen, overzag hij een mooie combinatie die hem een volle toren ging kosten. Hij verkoos echter zijn toren te redden en zo stond er na een kleine twintig zetten zowaar een schaakmat op het bord. Na een korte analyse verliet Mark’s tegenstander (toch 170 ratingpunten meer), aangeslagen door deze "ongelofelijke combinatie", het pand.
Paul Coenen speelde, wat je noemt, een debuut: zíjn eerste partij voor Gardé, die tevens zijn eerste aantreden als bondsspeler was. In zijn partij speelde de tegenstander zijn centrumpionnen te ver op, waarna deze zwak werden. Na 2x pionwinst te hebben geboekt, waarbij dient te worden aangetekend dat zijn tegenstander daar wel enige compensatie voor had, leek de winst voor het grijpen. Zo gebeurde het ook, maar toch kwam 's avonds bij het naspelen via Fritz, wat we maar zullen noemen "de ontluistering door Fritz". Wat gebeurde er namelijk in de slotfase van de partij? Paul had de keuze om of een paard te geven en aldus zijn tegenstander het mes op te keel te zetten met een vrijpion op a2, of "gewoon" zijn paard te redden. Hij koos de foute voortzetting, waarbij zijn tegenstander desondanks op gaf. Later bleek deze eindstelling "gewoon" remise te zijn!
Zo kwam het, dat ik mijn tegenstander (tevens teamleider) voor de 3e keer aan zijn ploegmaat hoorde vragen: “Ik dacht dat jij goed stond?”, onderwijl een 0-3 tussenstand noterend. Uiteraard gniffelde ik inwendig en wie weet is het van invloed geweest op het loper- toren- en paardoffer, dat ik deed om zijn dame te verschalken, waarna er een stelling boordevol wegwerkzaamheden ontstond, waarin beide spelers de keus hebben tussen het oprollen van de tegenstander of de vlucht in een eeuwig schaakje, om hetzelfde aan eigen kant te voorkomen. Altijd leuk in tijdnood…
Bij Peter ging het heel lang gelijk op, ook al kwam hij niet zo goed uit de opening. Hij kreeg veel druk op de c-lijn en het kostte hem veel tijd om alle problemen op te lossen. Daardoor raakte Peter in hevige tijdnood, met nog 1,5 minuut voor de laatste 7 zetten. In dat huzarenstukje slaagde Peter. De vreugde over de 25 seconden, die hij daar zelfs nog aan overhield, was echter van korte duur. De tijdnoodgrap kostte hem namelijk toch een pion en uiteindelijk, ondanks allellei probeerseltjes, daarmee de partij.
Jack Sonnemans speelde met de zwarte stukken tegen een damegambiet. De partij ging gelijk op totdat zijn paard sterk werd en Jack daarom besloot om zijn damepionnen ook maar op te spelen.
De tegenstander offerde daarop echter een kwaliteit, waardoor zíjn paard zeer sterk werd. In combinatie met zijn centrumpionnen was dit te veel om met succes tegen te houden.
Een blik op de resterende borden betekende voor de onzen weinig goeds, waarna mijn tegenstander besloot om in onze partij niet langer risico’s te lopen en te berusten in remise via herhaling van zetten. Ook ik moest mij daar, gezien de stelling en resterende speeltijd, bij neerleggen, ook al zag ik daarbij de bui voor het team wel hangen.
Paul Harperink’s partij ging aanvankelijk gelijk op (vooral de eerste twee zetten). In het middenspel wist zijn tegenstander na een hevige en taaie strijd een pion te veroveren. Daarna sneuvelde er nog een tweede, zodat Paul een eindspel met twee pionnen minder moest zien te klaren. Commentaar van Paul: “ik wist een tweede plaats te behalen en mocht dus met zilver naar huis. Jammer dat het geen goud was. Mijn tegenstander werd een na laatste; hij had er vrede mee”.
Daarmee was Eindhoven dan eindelijk langszij gekomen en nu moest het zevende bord de beslissing brengen.
Voor ons was dat Karl Raemakers, eveneens debutant voor “het tweede”, maar al lang niet meer voor de NBSB, want daarin heeft hij al jaren zijn sporen verdiend en menig tegenstander de haren uit het hoofd doen trekken. Wij kennen immers Karl’s specialiteit: het trucken van de tegenstander in ogenschijnlijk hopeloze stellingen!
Zo verdrongen wij ons dus om dat zevende bord, het gelaat in de droefste trekken geplooid, doch het binnenste heimelijk vol fantasie over Karlzetten en rondjes aan de bar en waarbij wij met genoeg man waren om Karl tegen te houden en te dempen, mocht hij het lokaal met bulderende lach willen verlaten.
Helaas. De tegenstander heeft geen haren uit zijn hoofd hoeven te trekken, al speelden zijn haren meer dan ooit een rol…
Karl’s opponent wist ondanks (of dankzij?) zijn haar en zijn tijdnood de 40 zetten te halen in de daarvoor gestelde tijd. In het daarop volgende eindspel verloor Karl een pion, maar speelde door met 2 pionnen + loper + paard tegen 2 paarden + 3 pionnen. Na 57 zetten echter, met nóg een pion minder en de vlag op vallen reikte hij zijn tegenstander de hand. En ziet: dit handgebaar bracht tevens teweeg wat de nijver bewegende handjes van de tegenstander gedurende de partij maar niet wilde lukken: zijn kapsel zat plotsklaps naar tevredenheid!
Na afloop vond Mark het jammer, dat het letterlijk een haartje scheelde die zaterdag en wist Chris op voorhand, wie de winnaar gaat worden, als er ooit een kampioenschap haren draaien zal worden gehouden…
Maar de conclusie moet toch zijn, dat Eindhoven inderdaad een maatje te groot was, maar dat het nog gek kan gaan, als je niks te verliezen hebt. Zo hebben we toch mooi 3,5 bordpunt weten te pakken tegen een kampioenskandidaat. En dat voelt wel een beetje als winst.

Leo Hovens

   Eindhoven 3           1855 - Garde 2              1709 4½ - 3½ 

1. Cees Versteeg         1940 - Leo Hovens           1815 ½  - ½ 
2. Albert Coenen         1855 - Jack Sonnemans       1786 1  - 0 
3. Erik Bouwmans         1861 - Mark Timmermans      1698 0  - 1 
4. Cees Berghout         1890 - Peter Thijssen       1621 1  - 0 
5. Walter Anema          1838 - Paul Harperink       1706 1  - 0 
6. Jos Rensen            1823 - Paul Coenen               0  - 1 
7. Erik Pateer           1818 - Karl Raemakers       1610 1  - 0 
8. Nico Schellingerhout  1817 - Christiaan Münch     1724 0  - 1